'Samen vooruit'

Hans Hermans in gesprek met Celia Noordegraaf, voorzitter bestuur Spandersbosch

Wie ben je?

Celia valt even stil, maar na een korte aarzeling ontvouwt zich een kleurrijk portret:

Ik ben getrouwd met Thom Wijnand, we hebben 2 zoons en we zijn grootouders van een tweeling van 8 jaar. Na mijn studie Nederlands heb ik lesgegeven op het HBO aan leerlingen die nauwelijks jonger waren. Later deed ik een masteropleiding Strategische Marketing en vertaalde ik als hoofd Communicatie van de Vrije Universiteit de inzichten die ik daarin opdeed naar onderwijsmarketing… toen iets nieuws in de onderwijscultuur.

In 2007 kwam er marktwerking in de zorg. Als hoofd communicatie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis betekende dat weer werken aan een cultuuromslag, maar nu bij artsen en verpleging: écht denken vanuit de patiënt.

Foto: Heleen van Elburg

Werk je nog steeds?

Ja, nog steeds word ik gevraagd voor marketing- en communicatieopdrachten, meestal in de gezondheidszorg maar ook voor de industrie. Zo heb ik ruim drie jaar voor Roche gewerkt. Omdat een farmaceutisch bedrijf geen reclame voor geneesmiddelen mag maken, durft het vaak niet te communiceren, waardoor zo’n bedrijf toch een gesloten imago krijgt – met alle maatschappelijke achterdocht van dien. Dan moet je dus met de organisatie zoeken naar onderwerpen waar je dan wel over kunt communiceren zodat de markt toch een opener beeld krijgt. Daarom ontwikkelden we de Roche Dialogues over persoonsgerichte zorg. Ik vind het leuk om mijn vak in te zetten voor vernieuwing. Daarom ben ik ook actief voor Logeion, de beroepsvereniging voor communicatie, waar ik de drijvende kracht ben achter alle activiteiten rond de Leerstoel Strategische Communicatie.

Wat doe je als je niet werkt?

Wat ontspanning aangaat: ik moet naar buiten! Minimaal 1x per week roeien, 2x per week golfen, hardlopen moet absoluut ook en fietsen als het doel maar enigszins binnen bereik is. Verder heb ik me laten verleiden tot deelname aan de Amsterdam City Swim en oefen nu dus regelmatig zwemmen in open water.

O ja: lezen natuurlijk! Minimaal een boek per week.  En bijna elke donderdag haal ik de tweeling uit school en breng ik ze naar zwemles in Rotterdam-Overschie.

Heb je een lijfspreuk?

Al sinds mijn jeugd! Ik kreeg vroeger een dubbeltje zakgeld per week en heb heel lang gespaard om een duur boek te kopen: Pipi Langkous! Haar uitspraak: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan” heeft me door heel wat uitdagingen heen geholpen.

Je moet op je ideeën vertrouwen en dingen durven doen die je nog nooit gedaan hebt. Mislukken is absoluut niet erg en uit een mislukking vloeit vaak iets beters voort. Voorzitter zijn van een Golfvereniging, en daarvanuit nieuwe initiatieven opzetten zoals de Spandersbosch Speakers Academy en Women’s Golf had ik toch ook nog nooit gedaan?  

Hoe ben je in het bestuur terechtgekomen?

Tom Kuc vroeg me in eerste instantie voor marketing/communicatie voor onze vereniging. In een tweede gesprek verschoven ze de vraag naar voorzitter. Daar moet je dan best even over nadenken, maar de combinatie met mijn lijfspreuk en het feit dat ik inmiddels minder dagen per week probeer te werken gaven de doorslag.

Je bent best druk met je werk. Waar haal je de energie vandaan om ook nog voorzitter te zijn?

Samen met de bestuursleden hebben we een meerjarenplan gemaakt met het doel onze vereniging bruisend en financieel gezond te maken. Een golfvereniging waar onze leden en gasten met plezier komen. En als je dan ziet hoe dingen verbeteren: daar krijg je toch energie van?

Krijg je reacties van leden op je voorzittersrol?

We zijn één vereniging geworden en dat brengt een vernieuwingsslag met zich mee. Een voorbeeld: als je ons park als een geheel wilt positioneren, kun je de voormalige Crailoo-kaarthouders niet behandelen als tweederangs leden. Dat zijn dus ook gewoon volwaardige leden. Zo zijn er veel meer veranderingen die in het belang van de vereniging zijn. Voor sommige mensen blijken die moeilijk te verteren en dat hoor je dan wel. Maar als bestuur moet je je toch blijven richten op het belang van de vereniging als geheel.

Wat zijn je grootste uitdagingen als voorzitter?

Ten eerste het strategisch vooruitdenken om de vereniging te zijner tijd gezond over te dragen aan een volgende generatie. Ten tweede: onszelf blijven realiseren dat wij als bestuur het geheel overzien en dat de leden dat overzicht missen. Die zien uiteraard hun eigen belang en het is dus aan ons om leden mee te nemen in de noodzakelijke vernieuwingen. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel heel belangrijk voor de sfeer in onze vereniging.   

Er komen nieuwe bestuursleden. Waar let je dan op?

Op verschillende dingen. Allereerst op de competenties die we nodig hebben. Daarnaast streven we natuurlijk naar een evenwichtige representatie van onze leden in gender, leeftijd etc.. Bij dat laatste is de realiteit dat verjonging samenvalt met drukke banen en dus weinig beschikbare tijd.

Toch gloort er ook op dat punt hoop: we hebben de zaak nu aardig op orde met prachtige en sterke commissies en voorzitters. Ook hebben we versterking op het secretariaat, bijvoorbeeld door de komst van Tamara als eventmanager. Dat betekent dat het besturen minder uitvoerend kan worden en dus minder tijd vergt.  En dus aantrekkelijker voor jongere leden om mee te denken over de toekomst van de vereniging. Denk eens aan de kansen die er liggen op het gebied van de Spandersbosch Golf Academy!    

Waar kijk je met het meeste plezier op terug? Wat heeft het jouzelf opgeleverd?

Ik vind het een fantastische speeltuin: kan mijn energie erin kwijt, iets doen voor alle mensen. De vereniging heeft meer leden, krijgt weer wat financiële armslag, veel enthousiaste vrijwilligers en nieuwe initiatieven borrelen op. Als je ziet dat aan Women’s Golf 77 vrouwen hebben deelgenomen, dat 79% daarvan lid is geworden en dat er nieuwe vriendschappen uit zijn ontstaan: dat is toch prachtig?

Wat zou je vanuit je bestuursfunctie tegen de leden willen zeggen?

Wij zijn blij met ieder lid! Er ligt in werving misschien wat focus op jongeren en nieuwe leden, maar de oude leden zijn van even groot belang. Iedereen mag er zijn en telt mee. Dat betekent dat we ook elkaar een plekje gunnen in onze vereniging, zelfs al het niet zo snel gaat in de baan. Wij hebben het tenslotte allemaal moeten leren en we worden – hopelijk – ook allemaal heel oud en dus ook wat trager. Met wat empathie blijft het leuk voor iedereen!

Blijf je nog wel even onze voorzitter?

In januari loopt mijn eerste termijn af. Maar drie jaar is eigenlijk te kort om onze strategie tot bloei te laten komen. Dus ja, ik zou wel graag met het vernieuwde bestuur een volgende slag willen maken.

Het bestuur is op zoek naar vier nieuwe bestuursleden.
Klik voor meer informatie op de vacaturebeschrijving!